Let op
De informatie die u bekijkt is niet voor uw gemeente bedoeld

Bestrijding van Reuzenbereklauw

Van maart tot en met oktober is Irado druk bezig met het verwijderen van Reuzenberenklauw in de gemeente Schiedam. De plant kan veel overlast veroorzaken: verdringt andere planten en het sap kan brandwonden veroorzaken.

Reuzenbereklauw

De plant zorgt er voor dat andere planten verdrongen worden. En hij bevat een sap die bij beschadiging van de plant voor veel huidirritatie kan zorgen. De sap bevat chemicaliën die geactiveerd worden door zonlicht, waardoor brandwonden ontstaan. Het contact met de plant zelf doet vaak geen pijn. Kinderen schuilen graag onder de grote bladeren, houd ze daarom uit de buurt van de Reuzenbereklauw.

Tip

Ben je toch in aanraking gekomen met de sap uit de plant? Was dan zo snel mogelijk je huid met zeep en blijf zeker 48 uur uit de zon.

De Reuzenbereklauw kan tot wel 5 meter hoog worden, en heeft stengels die tussen de 5 en 10 cm dik zijn. Daarnaast kunnen de stengels ook paarsrode vlekken hebben. De bladeren kunnen tot ca. 3 meter lang worden met veervormige insnijdingen.

Heb je een reuzenbereklauw in je tuin? Dan kan je hem in principe laten staan, maar je voorkom dat de plant zaden vormt en zich zo verspreidt. Weghalen is het beste:

  • Zorg voor beschermende kleding en handschoenen en draag een (veiligheids)bril;
  • Steek de plant 15-20 cm onder de grond af, herhaal dit indien nodig enkele keren;
  • Maaien kan ook, dit moet minimaal 5x per groeiseizoen herhaald worden;
  • Stop de resten in een vuilniszak en gooi het weg bij het restafval.

Irado bestrijdt de Reuzenbereklauw alleen in de openbare ruimte. Met de gemeente Schiedam is afgesproken dat de Reuzenbereklauw wordt afgehakt met een scherpe schoffel en daarna kan blijven liggen. Als er zaad in de plant zit, stoppen we deze voorzichtig in een vuilniszak en gooien het weg bij het restafval. Irado gebruikt geen gif bij de bestrijding van de Reuzenbereklauw.

De Reuzenbereklauw is een plant die van oorsprong voorkomt in de Kaukasus en werd rond de 19e eeuw geïmporteerd als sierplant in tuinen. We noemen de plant een exoot. Exoten zijn soorten, die van oorsprong niet in een gebied voorkomen. Deze soorten zijn vaak door mensen op een plek terecht gekomen, en vormen een gevaar voor de plaatselijke flora en fauna. De Japanse duizendknoop en de Reuzenbereklauw komen het meest voor in ons werkgebied, en hebben we dus het meeste last van.

Let op!

Gooi de resten van de Reuzenbereklauw nooit in de gft-container of op je composthoop. Verzamel de resten in een plastic zak en gooi het weg bij het restafval.

Gft wordt gecomposteerd en de zaden overleven het composteringsproces. Als je deze compost zou gebruiken in je tuin, dan verspreid je de zaden met het compost door je hele tuin.